Toekomstigbestendig Hoger Zeevaartonderwijs
Op 12 september 2018 heeft Volle Kracht voor de leden in het STC gebouw een lezing georganiseerd over de huidige stand van zaken in het moderne Zeevaartonderwijs. In een aantal boeiende uren werden we bijgepraat door Marieke Klip (manager Hoger Zeevaartonderwijs) en Jaco Griffioen (docent nautische vakken) over de vorm en inhoud van dit onderwijs in 2018. Het gehele onderwerp leent zich meer voor een compleet artikel in onze Spreekbuis, zodat hier alleen de “highlights” worden gegeven.
Dit Zeevaartonderwijs vindt plaats onder auspiciën van de Hogeschool Rotterdam en dat betekent o.m. dat de opleiding door een accreditatie commissie goedgekeurd moet worden teneinde de studenten aan het eind hun diploma’s en bevoegdheden te laten verkrijgen.
Een belangrijke recente wijziging is, dat men aan het eind slechts één vaarbevoegdheid behaalt, de splitsing tussen Nautisch en Technisch is weer ingevoerd en er is geen alles kunnende Marof meer.
In grote lijnen verloopt de opleiding als volgt:
De eerste 2 studiejaren zijn voor beide disciplines gelijk met een veelheid van vakken. Daarna begint de splitsing, in het derde jaar is er ook een half jaar stage (varen als leerling). Het vierde jaar is de afronding met ook een half jaar stage en een onderzoek in het vakgebied, waar ook een uitgebreid verslag van wordt gemaakt (soort scriptie). Binnen de 4 studiejaren behaalt men ook de nodige certificaten, denk aan basic safety, fire fighting, ecdis, radar, marcom A etc. Het worden er steeds meer. Deze certificaten zijn echter nodig om de eerste vaarbevoegdheid te krijgen. In de opleiding wordt veel gebruik gemaakt van simulatoren voor lessen en voor het afnemen van toetsen. Een deel van de simulatortijd mag als vaartijd worden ingebracht.
Men ziet, een uitdagend curriculum met veel praktijk, waarmee de beginnende wachtofficier direct aan de slag kan.
Het bestuur van Volle Kracht bedankt de inleiders voor hun heldere uiteenzettingen en moedigt de leden aan om op de komende open dagen de school te bezoeken om meer over bijv. simulatorgebruik te weten te komen.
Samengevat door: Ton Neleman